Geachte heer Bach, In de afgelopen decennia heb ik, bij het bestuderen en bewerken van uw muziek, zoveel vragen verzameld dat ik, zou het mij vergund zijn om eens een middagje met u door te brengen, niet zou weten waar te beginnen.
– Hee, hoe was ‘t? Vertel!
– Eh, ja…. Heel bijzonder, natuurlijk. Warm. De bizarre vermenging van zo’n hyperformeel staatsbezoek met het toch altijd wat slordige Azië, raar hoor. Ook een vreemde ervaring om gepresenteerd te worden als cadeau, of nee: ‘contraprestatie’, wat een woord. Voelt toch anders dan een gewoon concert, hoewel ik ook niet precies weet waarom. De gastoptredens in ons programma brachten gelukkig wat lichtheid aan. In Brunei was dat een schoolkoor en in Singapore een bespeler van zo’n Chinese knieviool, de Erhu.
– Heb je Bea nog de hand geschud?
– Bea, en WA en Máxima, de sultan van Brunei en zijn vrouw, de president van Singapore, het hele spul. En een praatje gemaakt hè.
– De sultan, is dat die man met zesduizend sportauto’s?
– Ja, en een paleis met 1788 kamers. Zijn zoon had rond de eeuwwisseling nog een gastenverblijf laten bouwen voor 1,1 miljard dollar, maar dat bleek later een beetje overbodig, dus hebben ze er een hotel van gemaakt, dat zichzelf nu zeven sterren toebedeelt. Daar verbleven wij.
– WAT? In een zevensterren hotel?
– Ik moet eerlijk bekennen dat ik de luxe er niet zo vanaf genoot, afgezien van de fantastische douche. Ik vond het vooral jammer dat er zelfs na het concert geen biertje te krijgen was. Het hele land is alcoholvrij. Wel te gek was de jungletocht die we de volgende dag deden. In een longboat door de lagune en dan de snelstromende rivier op, en daarna een wandeling door het woud naar een uitkijktoren met een waanzinnig uitzicht.
– Ja. En de jurk van Máxima?
– Mooi natuurlijk. En drie keer per dag een andere hè.
– Maar hoe ZIJN ze nou?
– Nou, vriendelijk hè. Allemaal. Maar wat ze er nou echt van vinden, daar kom je niet achter. Hoewel ik de indruk had dat ze na het concert in Singapore veel enthousiaster waren. Daar waren de omstandigheden ook wel veel beter voor ons dan in Brunei. Singapore is trouwens helemaal te gek zeg, wat een feeststad! Enkele uren na onze serene junglewandeling in Brunei genoten we van een soupertje in Singapore’s blèrende chinatown. Tamelijk onvergetelijk.
– En zei Máxima nog iets over dat ze koningin zou worden?
– Haha, nee hoor. We hebben wel even staan kletsen. Ze was iets afstandelijker dan ik me had voorgesteld, volgens mij is WA meer het gevoelsmens van de twee. Ze had natuurlijk ook een geheim te bewaren…
.
– En mag ik dit nou doorvertellen? Of krijg jij dan de AIVD op je dak?
Geachte heer Bach, In de afgelopen decennia heb ik, bij het bestuderen en bewerken van uw muziek, zoveel vragen verzameld dat ik, zou het mij vergund zijn om eens een middagje met u door te brengen, niet zou weten waar te beginnen.
Notes are not tones. My philosophy about tones is that no notation is ever sufficient to describe a tone.
In 2020 werd ik door Kiki Raposo-de Haas, voormalig manager van Calefax, genomineerd voor de Akademie van Kunsten, de kunstpoot van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
I only started teaching when I was 47, following a request by the Royal Conservatoire The Hague. Until then, I had always considered myself too young to teach.
Leven is nutteloos. Het kan verrassend leuk zijn, maar niemand verplicht je ertoe: je kunt het ook niet doen. Hetzelfde geldt voor kunst.
In 2007 zag ik voor het eerst Pixar’s animatiefilm Ratatouille, waarin de Parijse rat Remy er in slaagt om de keuken van een bekroond restaurant over te nemen en succesvol te runnen.
In Calefax wordt veel gediscussieerd. Dat begon al toen we nog maar net op het conservatorium zaten, als gymnasiastenclubje dat zich eigenlijk te goed voelde voor de Hbo-opleiding.
The path to this recording was long, windy and fascinating. It started with the awareness that the cello suites provide exceptional playing material for saxophonists.
De weg naar deze opname was lang, bochtig en interessant. Het begon vanuit het besef dat de suites zulk subliem speelmateriaal vormen voor saxofonisten.
I see an arrangement as a new conception of an older musical idea. Staying true to the original musical message with new instrumental means it should give way to new aspects of the composition.
Ergens in het najaar van 1997 stond ik te plassen in een urinoir. Naast me stond Frans Brüggen te plassen, in een ander urinoir.
Even before I entered conservatory, it was clear there was one composer who stood head and shoulders above the rest: Johann Sebastian Bach.
Nog voordat ik naar het conservatorium werd het mij duidelijk dat er één componist was die boven alle andere verheven was: Johann Sebastian Bach.
De bizarre vermenging van zo’n hyperformeel staatsbezoek met het toch altijd wat slordige Azië, raar hoor.
Calefax beziet de muziekgeschiedenis als het smoelenboek van de grote sociëteit der componisten.
Paganini Plus is the follow-up of Paganini Caprices for Saxophone. This new collection I gathered and arranged in the last few years for performances with Hans Eijsackers.
Paganini Plus is de opvolger van Paganini Caprices voor saxofoon. Deze nieuwe collectie heb ik de afgelopen jaren verzameld en gearrangeerd voor optredens met Hans Eijsackers.
China kan alleen nog maar meevallen. De afgelopen maand heb ik zeker zes boeken gelezen over het land. Het beeld was niet positief.
The nineteenth century not only marks the birth of the saxophone, it also ushered in the unique phenomenon of the virtuoso-composer.
De negentiende eeuw bracht niet alleen de geboorte van de saxofoon, maar ook een nieuw fenomeen: de virtuoos-componist.
Why is it that singing is generally considered more personal than instrumental playing?